De Arbowet stelt eisen aan werkgevers en exploitanten van openbare gelegenheden. Hieronder vallen ook winkeliers, sportverenigingen, buurthuizen e.d., kortom iedereen die zelfstandig gasten en/of klanten ontvangt en werkzaamheden uitvoert.
Wat zegt de wet: Een werkgever (dit kan ook een bestuur zijn) dient ervoor te zorgen dat er een veilige situatie is voor werknemers en/of bezoekers. Verder is men verplicht zorg te dragen voor adequate hulpverlening in een bijzondere situatie. Men dient ervoor te zorgen dat de juiste maatregelen genomen worden door speciaal daarvoor opgeleide personen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit het verlenen van eerste hulp, het bestrijden van een beginnende brand en/of het ontruimen van plaatsen waar de aanwezige personen direct gevaar lopen.
Waar moet de wettelijke vertegenwoordiger voor zorgen.
De wettelijke vertegenwoordiger moet zorgen voor:
- Een bedrijfsnoodplan
- Verbandtrommel(s)
- Geschikte brandbestrijdingsmiddelen.
- Bevoegde personen die namens hem kunnen handelen. (BHV-ers)
Om een bedrijfsnoodplan te maken zal er eerst een risico inventarisatie gemaakt moeten worden. In het bedrijfsnoodplan staat o.a.:
- Wat de risico’s zijn
- Waar de hulpmiddelen zich bevinden.
- Hoe een ontruiming plaats moet vinden.
- Waar de evacués worden opgevangen.
- Wie de bedrijfshulpverleners zijn.
Werken op locatie.
Bedrijven die werkzaamheden uitvoeren op locatie, dienen ervoor te zorgen dat ter plaatse een of meerdere BHV-ers aanwezig zijn. Indien meerdere bedrijven op dezelfde locatie werkzaam zijn, kan in overleg gezamenlijk van BHV faciliteiten gebruik worden gemaakt.